Oppervlakte 6 ha.
Natuurlijk sinds +- 35 jaar, sinds 2005 onder de naam Panevino
Over de wijnmaker
Gianfranco Manca van wijnhuis Panevino is één der laatste Sardijnse wijnmakers, en is tevens één van de meest bijzondere wijnmakers op Sardinië. Zijn kelder in Nurri ligt zo’n 80 kilometer ten noorden van Cagliari, de belangrijkste havenstad van zuid-Sardinië. De meeste van Gianfranco’s wijngaarden liggen dan ook rondom Nurri, en kennen veel verschillende bodemcomposities. Hij heeft enorm oude gaarden overgenomen, en heeft zelf ook een deel van zijn wijngaarden zelf aangeplant. Dit aanplanten heeft hij gedaan midden jaren ’80 en ’90. Van de overgenomen percelen zijn sommige tussen de 100 en 140 jaar oud, en zijn aangeplant op onder andere quartz, leisteen, rode klei en kalksteen. De verschillende exposities en bodemsamenstellingen van de wijngaarden maken ook dat de wijnen van Gianfranco een caleidoscopische weergave van het product van de eeuwenoude Sardijnse wijnbouw-traditie zijn.
In het Italiaans betekent "Pane e vino” "brood en wijn”. Gianfranco komt uit een bakkersgezin, en begon zijn professionele leven dan ook als bakker. Hij leerde het vak van zijn moeder, tante en oom, en kreeg op vroege leeftijd de kans om de bakkerij van zijn oom over te nemen. De bakkerij was ook de plek waar Gianfranco zijn liefde voor het vak ontdekte. Bij de overname van de bakkerij kwam ook een stuk land tot zijn beschikking, wat stond beplant met heel oude druivenranken. De ranken waren ooit volgens de albarello-snoeimethode gevormd, waardoor fysiek gezien iedere druiveenstok als een soort boompje uit de grond steekt. Deze methode wordt veel gebruikt op de Italiaanse eilanden, voornamelijk om de druiven te beschermen tegen harde winden. Deze methode maakt het lastig om de gaarden machinaal te bewerken. Hierdoor komt al het werk dan ook aan op intensief voorovergebogen handwerk. In de oude gaarden was voornamelijk Cannonau aangeplant, wat de Sardijnse versie van Grenache is, maar in totaal stonden er nog zo’n 30 andere inheemse druivenrassen door de gaarden verspreid.
Omdat Gianfranco al ervaring had met het natuurlijk gistingsproces van brood voelde hij zich ook sterk aangetrokken tot het wijn-maken, en tot de wijnbouw in het specifiek. De connectie met de rauwe natuur was voor hem ook de reden om ervoor te kiezen om de oude gaarden te gaan bewerken. Deze oude gaarden waren al lang onbewerkt, en daarmee onbevlekt. Stukje bij beetje leerde Gianfranco steeds beter zijn gaarden kennen, en in dit proces hoopte hij de progressie en het verloop van het vinificatieproces beter te gaan begrijpen.
Midden jaren ’80 al plantte hij daarnaast ook nieuwe gaarden aan met de inheemse rassen Monica en Carignano del Sulcis. Carignano del Sulcis is een lokale en zeer obscure afstammeling van de befaamde Carignan. Midden jaren ’80 begon Gianfranco dan ook al met het maken van wijn op kleine schaal, terwijl hij pas in 2005 begon met het labelen en verkopen van wijn onder de naam Panevino. In 2008 heeft Gianfranco ook nog 1,5 hectare Cannonau aangeplant uit selection massale maar tegenwoordig heeft hij zijn handen vol genoeg aan het onderhouden van de 6 hectare die hij in totaal bewerkt.
Gianfranco is één van de meest eigenzinnige en bijzondere wijnmakers en landbouwers die wij kennen. Naar zijn zeggen heeft hij zo’n innige band met zijn wijngaarden dat hij stelt dat er een persoonlijke connectie tussen hem en élke stok is ontstaan. Hierdoor heeft hij het gevoel dat de wijnstokken hem vertellen wat hij dient te doen met de druiven.
Ook verandert Gianfranco jaarlijks de naam en de vinificatiemethode voor bijna al zijn wijnen. Bijna twintig verschillende cuvées dragen jaarlijks dus ook een ander label, en een andere naam. Naar Gianfranco’s eigen zeggen bepalen de jaar en de druiven dan hoe de wijn aanvoelt. In een warm en overdadig jaar zal een wijn een krachtigere naam hebben dan in een jaar waarin de druiven een lieflijkere wijn voortbrengen. De verschillende wijnen geven dus weer hoe Gianfranco het jaar, de wijngaard, de druiven en de wijn van jaar tot jaar ziet.
Over de wijngaard
In de wijngaarden werkt Gianfranco met zelfgemaakte tincturen, kruideninfusies en natuurlijke biodiversiteitsbevorderaars. Hij probeert zo veel mogelijk te werken met producten uit zijn eigen omgeving. Gianfranco ploegt met de hand en gebruikt geen herbiciden of pesticiden. In de meer dan 35 jaar dat hij zijn gaarden al onderhoudt, heeft ‘ie maar twee keer koper gesprayd in z’n gaarden, en beide keren maar zo’n 400g, terwijl onder de regels van de biodynamie 3kg is toegestaan. Zwavel wordt nooit gebruikt; niet in de gaarden, en al zeker niet in de wijnen. Gianfranco zegt dat ‘ie alleen ooit zwavel zou gebruiken om de vloer mee schoon te maken.
Over de wijnen
In de wijnkelder worden de wijnen met hun eigen gisten vergist in grote open-top houten vaten, en worden de wijnen na vinificatie minimaal 12 maanden gerijpt in oude houten vaten. Uiteindelijk worden de wijnen gebotteld zonder klaring of filtratie, en altijd zonder enige andere toevoeging. De wijnen zijn door het Italiaanse AIAB organic (biologisch) gecertificeerd, maar in de praktijk gaat Gianfranco vele malen verder dan dat het keurmerk voorschrijft.
Jaarlijks maakt Gianfranco zo’n 10.000 flessen, wat een enorm laag rendement per hectare is, gegeven dat hij ongeveer 6 hectare onderhoudt. Het grootste deel van Panevino’s wijnen worden geëxporteerd naar Japan, en er is in minieme hoeveelheden Panevino beschikbaar op Sardinië en op het Italiaanse vasteland. Gianfranco is een ware kunstenaar die met iedere fles een ander verhaal verhaal van de omstandigheden op Sardinië betreft, en wij zijn ook erg blij dat we deze prachtige wijnen in Nederland mogen aanbieden.
Louis/Dressner-profiel Panevino
Surface area 6 ha.
Natural since approx. 35 years, since 2005 under the name Panevino
About the winemaker
Gianfranco Manca of Panevino stands among the last of the truly traditional Sardinian wine producers, and he is undoubtedly one of the island’s most distinctive artisan winemakers. His cellar is located in Nurri, some 80 kilometers north of Cagliari, the principal port city in southern Sardinia. Most of Gianfranco’s organic vineyards are found in the countryside around Nurri, where the soils vary greatly in composition. He took over ancient, untended plots and also planted portions of his own vineyard during the 1980s and 90s. Some of those inherited parcels are between 100 and 140 years old, rooted in quartz, slate, red clay, and limestone. The staggered exposures and varied soil types yield wines that offer a kaleidoscopic portrait of Sardinia’s centuries-old natural wine tradition.
In Italian, “Pane e vino” means “bread and wine.” Gianfranco comes from a family of bakers and began his working life at the oven, learning the craft from his mother, aunt, and uncle. He was given the chance early on to take over his uncle’s bakery, which became the place where he first discovered his deep love for working with his hands. Along with the bakery, he inherited a plot of land planted with ancient grapevines. These vines were trained in the classic albarello method meaning each vine stands like a tiny tree rising from the earth. This form of cultivation, common on Italy’s islands, shields the fruit from harsh winds but makes it all but impossible to work the vineyard by machine. Everything depends on painstaking hand labor, bent low over the old bush vines. The oldest plots are dominated by Cannonau the Sardinian expression of Grenache but some 30 other native grape varieties also thrive, scattered in small quantities throughout the estate.
Having mastered natural fermentation in the bakery, Gianfranco was instinctively drawn to winemaking, and to working the land. The link with unspoiled nature was key: the plots he inherited had been left untouched for years and were in effect pristine. Over time, Gianfranco grew attuned to the subtleties of his family-run vineyard, hoping by degrees to better understand the rhythm of the vines and the arc of the winemaking process.
Midway through the 1980s, he began planting new parcels with the native varieties Monica and Carignano del Sulcis. The latter is a local, highly obscure descendant of the renowned Carignan. Gianfranco began vinifying wine on a small scale in the mid-80s, but didn’t bottle and sell under the Panevino name until 2005. In 2008, he also planted 1.5 hectares of Cannonau from massal selection, but nowadays his energies are entirely claimed by maintaining his six-hectare, low-intervention estate.
Gianfranco is one of the most original, idiosyncratic artisan winemakers we know, deeply committed to the philosophy of natural wine. He claims to feel a personal connection with every single vine, listening for cues from the plants to guide his work each season.
Another hallmark: Gianfranco changes the name and vinification method of nearly all his wines every year. Nearly twenty different cuvées each bear a different label and name from vintage to vintage. As Gianfranco sees it, the vintage and the grapes dictate how the wine presents itself. In an exuberant, sun-soaked year, the wine might earn a name with more force; gentler seasons inspire more tender monikers. These ever-evolving wines mirror the way Gianfranco himself sees the year, the vineyard, the fruit, and the changing energy of the wine from one harvest to the next.
About the vineyard
In his organic vineyards, Gianfranco works with his own homemade tinctures, herbal infusions, and plant-derived preparations to foster natural biodiversity. He’s committed to using only materials sourced from his immediate surroundings. Every plot is tilled by hand, with no herbicides or pesticides used. In over three and a half decades of biodynamic winemaking in Sardinia, Gianfranco has sprayed copper just twice and then only about 400g each time, far below the 3kg allowed under biodynamic regulations. Sulphur is never used, not in the vineyard and absolutely not in the wines; Gianfranco jokes that the only purpose for sulphur on his property might be to clean the cellar floor.
About the wines
In the cellar, ferments take place with wild yeasts in large, open-top wooden vats. After vinification, the wines are matured for a minimum of 12 months in used wooden barrels. Bottling takes place without fining or filtration and always without any additions whatsoever. The wines are certified organic by the Italian AIAB, but in practice Gianfranco’s work in sustainable viticulture and biodynamics goes far beyond what the certification requires.
Each year, Gianfranco produces about 10,000 bottles, an incredibly low yield given he tends 6 hectares a direct reflection of his small-scale, low-intervention approach. Most of Panevino’s output is exported to Japan, with only tiny amounts available on Sardinia or the Italian mainland. Gianfranco is a true artist: every bottle he crafts tells a different story of the conditions, history, and landscape of southern Sardinia. We’re honored to offer these extraordinary European natural wines here in the Netherlands.
Louis/Dressner profile: Panevino